Author Topic: Richtlijn medisch specialistische rapportage bij medische expertises  (Read 6011 times)

0 Members and 1 Guest are viewing this topic.

Jan

  • Algemene moderator
  • Senior
  • *****
  • Posts: 479
Richtlijn ‘medisch specialistische rapportage’ van kracht medische expertises 
31 januari 2008 KNMG .


De Werkgroep Medisch Specialistische Rapportage (WMSR) heeft in samenwerking met de KNMG de richtlijn ‘medisch specialistische rapportage’ opgesteld. Vanuit de GAV is aan de WMSR deelgenomen. De richtlijn noemt eisen waaraan een specialistisch rapport moet voldoen. De richtlijn bevat verder regels over de opbouw van een rapport, de persoon van de deskundige, bejegening en een aparte regeling voor medische aansprakelijkheidszaken.


 

Richtlijn Medisch Specialistische Rapportage

 

Van de website van de KNMG:

Richtlijn medisch specialistische rapportage

Op 31 januari jl. heeft het Federatiebestuur van de KNMG ingestemd met de richtlijn ‘medisch specialistische rapportage’. Deze richtlijn regelt de professionele standaard van artsen die als deskundige optreden in een civielrechtelijke of bestuursrechtelijke procedure.

De richtlijn is opgesteld door de Werkgroep Medisch Specialistische Rapportage (WMSR), in samenwerking met de KNMG. De richtlijn is bedoeld om helderheid te scheppen over het handelen van artsen die in een juridische context als deskundige optreden. De WMSR bestaat uit vertegenwoordigers van een aantal specialismen die verhoudingsgewijs vaak met deskundigenrapportages te maken hebben (psychiaters, neurologen, orthopeden, chirurgen). Ook vanuit de Nederlandse Vereniging voor Geneeskundig Adviseurs in Particuliere Verzekeringszaken (GAV) wordt aan de WMSR deelgenomen. Voorzitter van de werkgroep is prof. dr. Frank Koerselman, hoogleraar psychiatrie te Utrecht.

In de recent tot stand gekomen richtlijn worden normen gesteld met betrekking tot de inhoud en opbouw van het rapport van de deskundige, de persoon en de attitude van de deskundige, de onderzoekssetting en de in acht te nemen procedure. Tenslotte wordt stilgestaan bij twee specifieke aspecten: het opstellen van een rapport in het kader van een beoordeling van beroepsaansprakelijkheid en het uitvoeren van expertises in een bestuursrechtelijk kader. Het is voor de eerste keer dat de professionele standaard van de arts die optreedt als deskundige in kaart wordt gebracht. Bij het opstellen van de richtlijn is onder meer rekening gehouden met de jurisprudentie van de tuchtrechter. De richtlijn bevat ‘minimumregels’ en geeft wetenschappelijke verenigingen desgewenst ruimte om op specifieke onderdelen strengere eisen te stellen.

Opleiding
Enkele wetenschappelijke verenigingen hebben reeds een opleidingstraject ontwikkeld voor leden die als deskundige willen gaan optreden. De KNMG wil samen met de Vrije Universiteit en de WMSR een algemene opleiding ontwikkelen voor artsen die een rol als medisch deskundige ambiëren of reeds vervullen. Waar het gaat om de in acht te nemen professionele standaard zullen uit de nieuwe richtlijn eindtermen voor deze opleiding kunnen worden afgeleid. Daarnaast zal in het kader van de opleiding aandacht worden geschonken aan de (specifieke) juridische context waarbinnen de medisch deskundige zijn of haar werk verricht.

Registratie
Medisch deskundigen verrichten hun werkzaamheden in belangrijke mate in het kader van een juridische procedures (naast het uitbrengen van rapporten in buitengerechtelijke geschillen). Zowel de rechterlijke macht als de advocatuur hebben gepleit voor een algemeen systeem dat voorziet in de beschikbaarheid en kwaliteit van deskundigen, waaronder medisch deskundigen. Om die reden is het ministerie van Justitie bezig een deskundigenregister in te richten. Onlangs heeft daarover overleg plaatsgevonden tussen KNMG, WMSR en het ministerie. Gesproken is over een model waarin de beroepsgroep nauw betrokken wordt bij het bepalen van de eisen die gaan gelden voor de inschrijving van medisch deskundigen in het in te stellen register. Daarbij kan het volgen van de hiervoor een genoemde opleiding een belangrijke rol spelen. Vanwege de maatschappelijke en politieke discussie richt het ministerie zich in eerste instantie op een register voor deskundigen in strafzaken. Het model dat daarvoor wordt gekozen, moet in een latere fase echter ook toegepast kunnen worden met betrekking tot deskundigen op andere gebieden. De komende tijd zal hierover nader overleg plaatsvinden tussen het ministerie en de medische beroepsgroep. Over een aantal jaren, zo is de bedoeling, zal een situatie moeten ontstaan die gelijk is aan het traject van de medische opleidingen zelf: opleiding, eindtermen, registratie, herregistratie.


fubar08

  • Nieuweling
  • *
  • Posts: 4
Re: Richtlijn medisch specialistische rapportage bij medische expertises
« Reply #1 on: 18 February 2008, 23:12:19 »
3.9 ARTSEN EN THERAPEUTEN EVENMIN VEILIG VERZEKERD
Tandartsen Pieter Tepe, Dick Kolkman en fysiotherapeuten Gerrit van der Steeg en Marian Lub zijn met sommige andere verzekerden van Movir niet blij met hun schade-afhandeling. Nadat zij door blijvende ziekte of letsel hun werk moesten opgeven. De eerste drie kregen niets uitgekeerd en werden vervolgens, conform de kleine lettertjes, uit de verzekering gegooid. Het uitkeringsverschil met Uitvoeringsinstelling GAK bedraagt voor enkele van deze patiënten 100%. In de definitie van Movir zijn ze namelijk ‘gezond’ en die van het GAK zijn ze ‘ziek’. “Movir vindt opvallend vaak een dokter die een wonderbaarlijke genezing vaststelt, waarna de uitkering stopt.” De in deze gevallen onder andere door Movir uitgekozen
keuringsarts psychiater J.H. Goud (Amsterdam), en de eveneens door Movir geselecteerde arbitrage-psychiaters Prof. Dr. G.F. Koerselman >:( >:( (Amsterdam) en Prof. Dr. E.J. Colon concludeerden in afwijking van andere medische deskundigen eveneens volledige arbeidsgeschiktheid.
Pikant detail is dat de rechtsbijstandverzekeringen voor enkele van deze patiënten hun bemoeienis hebben gestaakt omdat het plafond van de dekking is bereikt.
Bron: Vrij Nederland, 21 juni 1997.
Later maakt de Stichting GAOS bekend dat mede door haar bemoeienis een aantal Movir-gedupeerden alsnog een uitkering heeft ontvangen. Het zou om vele miljoenen Euro gaan. Wie het betreft en welk percentage van de claim alsnog is/wordt uitgekeerd is niet bekend gemaakt. Andere nabije bron bestrijdt dat en meldt dat het om een eenmalige afkoopfooi van nog geen € 50.000 per gedupeerde zou gaan.
In 1999 komt Lisv-topman arts Dr. S. Knepper herhaalde malen in opspraak. Hij ‘schnabbelde’ met instemming van het Lisv (nu UWV) regelmatig voor Movir in de vorm van ‘razendsnelle’ (telefonische) herkeuringen. Die volgens gedupeerde Movir-klanten opvallend gunstig uitpakten voor deze verzekeraar. Waarbij de verzekerde vrije beroepers ingeval van ernstige gezondheidsbeperkingen met lege handen achterbleven. Hij heeft het Lisv verlaten. Later gebruikt Knepper zijn medische status regelmatig als Medical Opinion Leader (Hoofdstuk 8.3) met medische uitspraken die op gespannen voet staan met de medische leer. Of niet gebaseerd zijn op onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek. Hij doet daarbij ook
niet-medische uitspraken: politieke en arbeidskundige. 40% van de keurlingen die tot dan niet arbeidskundig werden onderzocht kunnen in principe aan de slag, zo orakelde deze ‘arts’ onder meer.
Bron: http://www.werkgroep1970.nl/pdf/naboek.pdf#search=%22Koerselman%20whiplash%22

fubar08

  • Nieuweling
  • *
  • Posts: 4
Re: Richtlijn medisch specialistische rapportage bij medische expertises
« Reply #2 on: 18 February 2008, 23:17:24 »
Koerselman voldoet niet aan neutraliteitsbeginsel

Geruime tijd geleden heeft de pers ruim aandacht besteed aan de opvattingen van
dr. Koerselman, psychiater >:( >:( te Amsterdam. Volgens hem zijn de whiplashpatiënten niet
het slachtoffer van een ongeval maar van de maatschappij (!): Dit omdat zij niet
opgewassen zouden zijn tegen de eisen die aan hen worden gesteld. Koerselman
erkent dat sprake is van een – nog niet wetenschappelijk gefundeerde –
hypothese :-\. Dit is een nogal controversiële opstelling; verwezen zij naar de richtlijnen
van de Nederlandse Vereniging voor Neurologie.

Honorering van een dergelijke ‘theorie’ zou verstrekkende gevolgen kunnen hebben: de
causale relatie, zelfs via de ruime norm van de redelijke toerekening tussen ongeval en
klachten wordt doorbroken. Immers, de betrokkene zou sowieso zijn uitgevallen. De
verzekeraars achten zich niet meer gehouden een schadevergoeding te betalen aan de
whiplash-slachtoffers.
Binding van de getuigedeskundige met één der betrokken partijen is een diskwalificerende
factor. De norm van de onpartijdigheid wordt nog versterkt doordat op de rechtsverhouding
tussen de rapporteur, medicus zijnde, en de gelaedeerde, keurling zijnde, deels wordt
gekleurd door de Wet Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO). In de diverse
krantenartikelen erkent Koerselman dat hij veelal enkel wordt aangezocht door verzekeraars :o :o.
Het Hof te Arnhem in de verzoekschriftprocedure tot benoeming van een getuigedeskundige
(Stad Rotterdam contra Zandkuyl) op 17 maart 1998 een beschikking gewezen waarin de
volgende niet onbelangrijke motivering voorkomt: “De te benoemen deskundige dient een
persoon te zijn van wie mag worden verwacht dat hij een onafhankelijk en onpartijdig oordeel
kan geven, die zelfs niet de schijn van partijdigheid heeft en tegen wiens benoeming tot
deskundige geen van partijen in redelijkheid bezwaar kan hebben.”
Onderhavige benoemingsprocedure betrof de wens van Stad Rotterdam dr. G.K. van
Wijngaarden >:( >:( – in ‘whiplashland’ ook niet geheel en al onbekend – tot deskundige te laten
benoemen. Het Hof te Arnhem heeft evenals de Rechtbank te Almelo het verzoek van Stad
Rotterdam afgewezen en daarbij het hiervoormelde citaat als toetssteen gebruikt.
Het criterium, toegepast op de persoon van de psychiater Koerselman, heeft ten
gevolge dat hij niet aan het neutraliteitsvereiste voldoet. :D :D :D :D