Geachte dr. B (neuropsycholoog),
Dank voor uw bericht.
De rode draad is natuurlijk dat indien er sprake is van klachten en beperkingen op het terrein van de neuropsycholoog en de psychiater deze geobjectiveerd moeten worden via onder anderen testmethoden. Die zijn er kennelijk niet voor mensen met een taal en opleidingsprobleem, veelal personen met een allochtone achtergrond.
Dit onderwerp triggert mij enorm mede gezien het gegeven dat ongeveer de helft van onze clientèle – en dat geldt ook voor andere belangenbehartigers – een allochtone achtergrond heeft, velen met achterstanden in een aantal opzichten. Het door mij gesignaleerde probleem is dus geen incident. Ik hanteer het rechtsbeginsel geformuleerd door de Hoge Raad dat de aansprakelijke partij het slachtoffer dient te nemen zoals het is.
Ik heb eerder contact gehad met de NIP maar dacht even bij de ambtenaren van de Overheid te zijn beland: volstrekt onbegrip en zinloos doorverwijzen. Wat de letselschadezaken betreft zijn er maar weinig neuropsychologen die voldoen aan de richtlijnen van de MVNSR 2016 om medische expertises te verrichten. Het zou mij en toekomstige cliënten wat waard zijn indien u dit probleem binnen uw vakgroep aan de orde stelt.
Nogal wat cliënten met een allochtone achtergrond komen (erg) rap onder behandeling van I-Psy of PsyQ. Uit de rapporten die ik vandaar uit ontvang zijn het behandelend psychologen en psychiaters met vooral een allochtone achtergrond. Wat ik hiermee aangeef is dat deze medisch specialisten wél in staat zijn zich een beeld (en behandeling) te vormen over de patiënt en daar start elke diagnose toch mee?
Bij gebrek aan beter binnen de mogelijkheden van de keurend neuropsychologen – het ontbreken van testmethoden – zal ik in en buiten rechte noodzakelijkerwijs het standpunt moeten innemen dat we dan – dus ook de aansprakelijke verzekeraar – genoegen moeten nemen met de rapportage van de behandelend sector in combinatie met de patiëntenkaart van de huisarts en waaraan ik toch meer waarde hecht dan de subjectieve eenmalige indrukken van een keurend specialist in een interview van amper 1 uur waarbij hinderlijke taalproblemen in vraagstelling en beantwoording evident een rol spelen.
Voorts is het toegestaan gezien de reikwijdte van het bewijsrecht artikel 150 Rv dat de naaste partner/familieleden uitvoerig het functioneren van de patiënt vóór en na ongeval op schrift stellen. Als daar zijdens de aansprakelijke verzekeraar twijfel over de juistheid daarvan bestaat kan altijd nog een Voorlopig Getuigenverhoor bij de rechtbank plaats vinden.
Ik begrijp overigens nog steeds niet waarom bij een onafhankelijke medische expertise in dit soort zaken niet de partner/familielid mede en afzonderlijk door de keurend specialist wordt gehoord waarbij een zeer relevante vraag kan worden gesteld: vindt u dat betrokkene door het onderhavig ongeval veranderd en zo ja in welke opzichten?
Bijgaand artikel van mr. Roijackers, Letsel & Schade 2020, nr 1 stuur ik u nog toe. Interessant is het denkmodel Y gebaseerd op de ICF-richtlijn van de WHO 2001 dat medische stoornissen mede kunnen blijken uit het functioneren van de patiënt en in vergelijking veel verder gaat dan denkmodel X dat de huidige (beperkte) gang van zaken bij onafhankelijke medische expertise weerspiegelt.
Verzekeraars zullen mogelijk hierin niet meegaan dus het wordt hoogste tijd dat medisch adviseurs van Verzekeraars op herscholing gaan en vooral dat keurend specialisten zelf in hun expertiserapporten het denkmodel Y meenemen (en dus aansturen). Voorts zou de richtlijn van de MVNSR aanpassing behoeven en wellicht is dat laatste de snelste weg.
Overigens als laatste komt de vigerende rechtspraak ons te hulp, zie de bijlag, maar is natuurlijk onvoldoende zonder een goede medische onderbouwing.
Met vriendelijke groet,
Johannes de Bruin
ClaimZorg Letselschade