Author Topic: Fortis: Partner in solution?  (Read 19216 times)

0 Members and 1 Guest are viewing this topic.

Jan

  • Algemene moderator
  • Senior
  • *****
  • Posts: 472
Fortis: Partner in solution?
« on: 30 May 2006, 11:22:42 »
Fortis ASR heeft inmiddels de beruchte medisch adviseur van London Verzekeringen dr. Reinders ingehuurd. Diens verwerpelijke en jegens het slachtoffer kwetsende opmerkingen hebben geleid tot onderstaande brief aan Fortis ASR.

Deze  medisch adviseur heeft, zoals hij wel meer uitdraagt, geen boodschap aan jurisprudentie en voert een ware kruistocht tegen mensen die het letsel whiplash hebben opgelopen. De juristen van Fortis ASR die deze jurisprudentie behoren te kennen, geven niet thuis en verschuilen zich achter de \"visie\" van de medisch adviseur.

Fortis ARS: Partner in solutions?

 

Brief aan Fortis ASR
Den Haag,       30 mei 2006                                                          

Ons kenmerk: JB RB 050117/883PS -
Uw kenmerk:  83A/05.7.000.031
               
         
 
Geachte heer Denters,
 
Ik heb per gelijke post in het kader van het voornemen een tegen uw Maatschappij uit te brengen dagvaarding mevrouw mr. Koolbergen verzocht het dossier onmiddellijk aan u op te sturen.
 
Genoemde aankondiging zal worden gerealiseerd indien vóór woensdag 3 mei a.s. uiterlijk 14.00 uur geen bericht van uw Maatschappij is ontvangen dat er een voorschot wordt verstrekt van € 20.000,00 alsmede dat mijn openstaande declaraties worden vergoed.
 
Ik zet voor u en voor cliënt (op diens verzoek) nog eens het één en ander op een rij.
Sociale situatie
Door niet genoegzaam te bevoorschotten zijdens Fortis ASR is inmiddels de familie De B ten gronde geraakt. Het spaargeld is op, de echtgenote is overspannen, cliënt zelf heeft recent van de huisarts een ernstige waarschuwing gehad in verband met een veel te hoge bloeddruk alsmede de kinderen zien al maandenlang verdrietige ouders. Inmiddels kan ook de studie van de kinderen niet meer betaald worden.
 
De financiële en sociale ontwrichting van het gezin De B wordt volledig aan het optreden van Fortis ASR toegerekend. Ik zal hierover de Raad van Commissarissen van het Fortis ASR concern afzonderlijk benaderen en vragen of dit strookt met de tv-vriendelijke reclames waarvoor dit concern miljoenen euro’s aan uitgeeft.
 
Voorts heb ik van cliënt toestemming om deze zaak onder de aandacht te brengen van een breed publiek en op ons “letselschadeforum” in te brengen.
Medische beoordeling
In medisch opzicht heeft de medisch adviseur van het Letselschadebureau Haaglanden BV de verwerpelijke stellingen van uw medisch adviseur dat de klachten van cliënt geen ongevalsgevolg zijn en niet voldoen aan de Richtlijnen van de Nederlandse Vereniging van Neurologie weerlegd. Men hoeft overigens geen medicus te zijn om na inzage in de duidelijke medische bescheiden te concluderen dat uw medisch adviseur er naast zit.  
Bedrijfsprestaties
Allereerst verwijs ik u nogmaals naar de jaarcijfers en bijgaand door mij opgesteld overzicht waaruit blijkt dat cliënt in de achterliggende jaren vanaf 2001 tot en met 2004 een prima omzet genereerde en dus voor het onderhavig ongeval een voorbeeldig arbeidsvermogen realiseerde. Merkwaardig genoeg neemt uw medisch adviseur daar geen kennis van.
 
In het jaar 2004 ligt de omzet een ietwat lager edoch is toe te schrijven aan een periode van arbeidsongeschiktheid van zes weken. Indien de AOV-uitkering van Aegon daarbij wordt opgeteld komt het bedrijfsresultaat weer richting voorgaande jaren, vandaar dat ik wens uit te gaan, zoals gebruikelijk bij de professionele beoordeling van jaarstukken van een zelfstandige, van een gemiddelde van de achterliggende jaren en niet alleen - zoals Fortis ASR voorstaat - van het laatste jaar 2004.
 
U ziet voorts in 2005 dat de omzet gekelderd is (tot 17 januari 2005 werd nog fulltime gewerkt!) waarbij bekend is dat cliënt direct aansluitend aan het onderhavig ongeval volledig arbeidsongeschikt raakte. Later in het jaar heeft cliënt gedeeltelijk zijn werkzaamheden weer opgepakt.
 
Cliënt verdient alle lof dat hij nog een zekere omzet in 2005 heeft weten te verwerven. Overigens vanwege het uitblijven van een adequate bevoorschotting - van meet af aan bent u weigerachtig de tekorten terzake het verlies van arbeidsvermogen van cliënt aan te vullen - en het gegeven dat cliënt zijn gezin diende te onderhouden, is cliënt met veel klachten toch gedeeltelijk aan het werk gegaan en dat heeft, ook volgens mijn medisch adviseur, het herstelproces geschaad. Ergo, cliënt gaat onmiskenbaar en zienderogen langzamerhand er aan onderdoor!
Reïntegratie
De door Fortis ASR ingezette reïntegratie middels inschakeling van het bureau Argonaut is een farce gebleken. Ik heb toen ik in de zaak kwam, al opgemerkt dat de enkele summiere rapporten van Argonaut de toets der kritiek niet kunnen doorstaan. Cliënt geeft daarnaast aan dat in het kader van de reïntegratie-activiteiten hij door Argonaut eens in de drie maanden telefonisch ’s avonds na het NOS-journaal werd gebeld, zijn klachten diende aan te geven en als aanmoediging kreeg: ‘volhouden’ en ‘ga zo door’.
 
Cliënt heeft zelf door het aanspreken van zijn eigen netwerk (op basis van prima bedrijfscontacten in de achterliggende jaren!) zijn reïntegratie in gang gezet. Als dank daarvoor laat u cliënt en zijn gezin langzaam aan, hetgeen thans is geschied, financieel en sociaal ten gronde gaan.
 
Voor zover er sprake zou zijn van een mislukte reïntegratie komt dat voor rekening van Fortis ASR. Alhoewel ik niet eens een juridische onderbouwing nodig heb zou ik in dit verband nog willen verwijzen naar het arrest van het Hof Arnhem d.d. 9 augustus 2005 LJnr. AU0822: mislukte reïntegratie komt voor rekening van verzekeraar.
Juridische causaliteit
De arbeidsongeschikt van cliënt trad direct aansluitend in aan het ongeval van 17 januari 2005.
 
In het kader van de leer van de redelijke toerekening van de Hoge Raad dient de direct aan het ongeval intredende arbeidsongeschiktheid te worden toegerekend aan de veroorzakende partij. Vergelijk onder meer Hoge Raad 13 januari 1995, NJ 1997, 175 en Hoge Raad 31 oktober 1997, VR 1998, 118.
 
In casu is zelfs toepasbaar het arrest van de Hoge Raad d.d. 19 november 2002, RvdW 2002/190 (de zogeheten omkeringsregeling).
 
De Hoge Raad oordeelt in voornoemd arrest dat op grond van de redelijkheid en billijkheid een uitzondering op de hoofdregel van artikel 150 Rv wordt gemaakt in dier voege dat het bestaan van een conditio sine qua non-verband tussen de onrechtmatige gedraging of tekortkoming en het ontstaan van de schade wordt aangenomen, tenzij degene die wordt aangesproken aannemelijk maakt dat de bedoelde schade ook zonder die gedraging of tekortkoming zou zijn ontstaan.
 
De Hoge Raad merkt verderop in bedoeld arrest nog op dat het bedoelde vermoeden zich niet zonder meer uitstrekt tot de omvang van de schade, die in beginsel door de benadeelde moet worden aangetoond of aannemelijk moet worden gemaakt. Hier kom ik later op terug.
 
Fortis ASR dient derhalve aan te tonen dat de door cliënt geleden en nog te lijden schade ook zonder het verkeersongeval van 17 januari 2005 zou zijn ontstaan. Tot op heden bent u in dit bewijs niet geslaagd. Wel wijst u adequate bevoorschotting af.
 
Het verband in tijd tussen de aanrijding en de direct opgetreden klachten is zodanig nauw, dat het causaal verband tussen de aanrijding en de onmiskenbare gezondheidsklachten en daaruit voortvloeiende arbeidsongeschiktheid in redelijkheid niet ter discussie kan staan. De gezondheidsproblematiek van cliënt De B past in het patroon van post-whiplashklachten.
 
Maar zelfs voor het causaal verband tussen de aanrijding en de sindsdien opgetreden gezondheids-klachten is het echter niet van belang of dienaangaande al dan niet de diagnose whiplashtrauma kan worden gesteld. In dat verband verwijs ik naar de Rechtbank Den Haag, Letsel & Schade 2005, p. 41 e.v.
 
Aan de richtlijnen van de Nederlandse Vereniging Van Neurologie (NVVN) kan derhalve rechtens niet een zo doorslaggevende betekenis worden toegekend als door uw medisch adviseur kennelijk wordt verondersteld.
 
Verwezen wordt in dit verband naar Hof Leeuwarden 28 februari 2001, Letsel & Schade 2001 p. 29 e.v. alsmede Gerechtshof Arnhem 25 januari 2000, Nieuwsbrief Personenschade juni 2000 p.5 e.v.
 
Evenals in de hiervoor aangehaalde uitspraak van de Rechtbank Den Haag 22 september 2004, wordt in beide uitspraken expliciet overwogen dat niet beslissend is of voldaan is aan alle voorwaarden voor het kunnen diagnosticeren van een post-whiplashsyndroom volgens de richtlijnen van de NVVN. Dat doet uw medisch adviseur wel en in dit verlengde “hangt” Fortis ASR terzake de verdere schaderegeling zich derhalve aan een onjuist standpunt dat verregaande consequenties heeft voor cliënt De B en zijn gezin.
Waar het immers om gaat is of de klachten en beperkingen toegeschreven kunnen worden aan het ongeval dat het slachtoffer is overkomen. Kennelijk is dat aan Fortis ASR niet voldoende uit te leggen.
 
Ingevolge Hoge Raad 8 juni 2001, NJ 2001, 433 (Zwolsche Algemeene/De Greef) geldt als uitgangspunt in een zaak als de onderhavige (een post-whiplashsyndroom) dat niet al te hoge eisen aan het bewijs van het oorzakelijk verband tussen het ongeval en de gezondheidsklachten kunnen worden gesteld. Gelet op de beschikbare informatie uit de behandelend sector is er nauwelijks aanleiding om het oorzakelijk verband tussen de gezondheidsklachten van cliënt en het onderhavig ongeval in twijfel te trekken alhoewel uw medisch adviseur er andere opvattingen op na houdt en wordt verwezen naar vigerende rechtspraak.  
Omvang te bewijzen schade
Wat de vorige belangenbehartiger heeft nagelaten is dezerzijds gecorrigeerd respectievelijk aangezuiverd. Alle financiële verslagen, rapporten en aangiften zijn vanaf 2001 tot en met 2004 aangeleverd. U treft thans ook de jaarverslaglegging 2005.
 
Eerder bent u in het bezit gesteld van bescheiden in het jaar 2005 waaruit naar voren komt welke opdrachten cliënt vanwege zijn gezondheidstoestand door het onderhavig ongeval heeft laten liggen.
 
De fiscale verslagen/jaarrekeningen/winst- en verliesrekeningen zijn zeer duidelijk. Niettemin is het absurd dat mevrouw mr. Van Koolbergen alle onderliggende bonnetjes, contracten en overige bewijsstukken over de jaarstukken 2001 t/m 2004 wenst toegezonden te hebben. Daarmee insinueert zij dat zij de jaarrekening van de accountant niet betrouwbaar vindt.
 
Ik heb cliënt ontraden in te gaan op het verzoek van mevrouw mr. Van Koolbergen om allerlei bonnetjes, contracten etc. over te leggen, nu de jaarstukken 2001 t/m 2004 alle inzichten in de (bedrijfs)prestaties van cliënt geven. Gezien het feit dat zolang deze bescheiden niet worden aangeleverd uw Maatschappij het gezin financieel en sociaal wurgt (...) heeft cliënt ondanks mijn negatieve aanbeveling deze bescheiden inmiddels via zijn accountant aangeleverd en die u bijgaand aantreft.
Ik bestempel uw handelen als ongeoorloofde pressie.
 
U gelieve wel de accountant rekening te betalen.
 
Ik ben in geen enkel opzicht ontvankelijk voor het commentaar van mevrouw mr. Van Koolbergen op deze thans voor u liggende bescheiden die de accountant heeft verzameld. Ik wens uit te gaan van de achterliggende jaarrekeningen 2001 tot en met 2004 en over het jaar 2005 ter beschikking gestelde bewijsmiddelen en niet in de laatste plaats de vigerende jurisprudentie.
 
Uit Hoge Raad 13 december 2002 NJ 2003, 213 volgt dat in zaken als deze waarin het gaat om een berekening van verlies van toekomstige arbeidsinkomsten, waarbij er een vergelijking dient plaats te hebben van de inkomenssituatie na het ongeval met de hypothetische situatie dat het ongeval niet zou hebben plaatsgevonden, het daarbij aankomt op een redelijke verwachting omtrent toekomstige ontwikkelingen. Aan de benadeelde mogen geen al te strenge eisen worden gesteld met betrekking tot het te leveren bewijs van de schade wegens het derven van de arbeidsinkomsten in de toekomstige, hypothetische situatie indien dit ongeval niet had plaatsgevonden; het is immers de aansprakelijke die de benadeelde de mogelijkheid heeft ontnomen om zekerheid te verschaffen over de arbeidsinkomsten in de hypothetische situatie. Zie Hoge Raad 15 mei 1998, NJ 1998, 624 en recent nog eens het Gerechtshof Arnhem op 4 april 2006, LJN AW 1809 die exact deze lijn van de Hoge Raad volgt.
 
Het is derhalve volkomen misplaatst dat mevrouw mr. Van Koolbergen mij uitnodigt om aan te tonen dat cliënt zonder het onderhavig ongeval inkomen zou hebben verworven. Zij negeert daarmee belangrijke rechtspraak! Overigens heeft cliënt dat al aangetoond door met een feitelijk ziek lichaam en uitsluitend als gevolg van slachtofferbeleid van Fortis ASR weer aan het werk te gaan zij het dat hij dat hooguit tot 65% volhoudt en daarna thuis volledig lichamelijk en geestelijk instort. Quality of life?
 
Niet ter discussie staat dat door toedoen van de verzekerde van Fortis ASR cliënt de mogelijkheid is ontnomen om zekerheid te verschaffen over de arbeidsinkomsten in de hypothetische situatie. Daarover is de Hoge Raad zonder uitzondering wel zeer duidelijk!
 
Uitgangspunt in een rechtsgeding dient te zijn dat voor toewijzing van een voorschot in voldoende mate aannemelijk moet zijn dat de schade zoals deze in der minne of in rechte zal worden begroot het bedrag van het voorschot zal overtreffen aldus het Hof Amsterdam 9 juli 1998, VR 1999, 64.
 
In de onderhavig kwestie dient in ieder geval de achterliggende schade vergoed te worden terwijl eveneens een voorziening getroffen dient te worden voor de duur van een aanhangig te maken bodemprocedure, nu u weigert op de schade van cliënt adequaat te bevoorschotten en het gezin De B naar de afgrond brengt.
 
Uit het medisch dossier kan min of meer al worden afgeleid dat de medische toestand van cliënt De B niet meer zal verbeteren. Vast staat dat cliënt De B zijn oorspronkelijke werk niet meer volledig kan verrichten en tot op heden ook niet in staat is betaalde arbeid voor 100% te hervatten. Deze feiten-constellatie kan derhalve uitgangspunt zijn voor de berekening van verlies van arbeidsvermogen. Vergelijk in dit verband Rechtbank Leeuwarden 19 mei 2004 Letsel & Schade 2005, p.40 e.v.
 
Ik maakte in deze reeds een voorlopige berekening terzake verlies van arbeidsvermogen alsmede zelfwerkzaamheid voor een gekapitaliseerd bedrag van € 341.927,00.
 
Ik ben voornemens deze berekening binnenkort te corrigeren aangezien naar verwachting de schade hoger zal oplopen en omdat u toch zonodig in rechte op enig moment tot schadevergoeding zult moeten overgaan, zal zulks in mindering moeten worden gebracht als cliënt aanklopt bij de Sociale Dienst. Immers bijstandsuitkeringen vervallen respectievelijk worden verminderd als een schadevergoeding, zijnde vermogen, wordt ontvangen.
 
Op voorhand kondig ik u reeds aan, alhoewel een medische eindtoestand terzake cliënt nog niet is ingetreden, dat ik een aanzienlijk verhogende factor op het smartengeld wens te bedingen. In de bijdrage van mr. Peperkorn, voormalig letselschade-advocaat en thans raadsheer bij het Hof Den Bosch, geeft deze rechtsgeleerde aan dat de wijze van bejegening van de verzekeraar zijdens het slachtoffer een verhogende werking heeft op het smartengeld. Vergelijk het boekwerk Vermande: “medische en juridische causaliteit”.
 
Het is aan u thans om voor de gestelde termijn om te beslissen hoe verder te gaan. U voldoet aan mijn laatste edoch indringend verzoek of cliënt maakt een rechtsgang naar de Rechtbank.
 
 
Hoogachtend,
 
J. de Bruin,

Directeur Letselschadebureau Haaglanden BV.

Bericht gewijzigd door: jan, op: 2007/01/23 16:45

peter

  • Guest
Aw:Fortis: Partner in solution?
« Reply #1 on: 10 January 2007, 20:16:26 »
hallo,

mag ik weten hoe dit is afgelopen?
ik heb ongeveer een zelfde situatie
 
mvg

Jan

  • Algemene moderator
  • Senior
  • *****
  • Posts: 472
Aw:Fortis: Partner in solution?
« Reply #2 on: 11 January 2007, 14:34:34 »
Met in zicht van een rechtsgang is de heer mr. Denters van Fortis ASR Amstelveen met de staart tussen de benen er vandoor gegaan.

Fortis ASR heeft nu haar aanvankelijk eindbod substantieel verhoogt maar mijns inziens nog niet genoeg.

Wat mij daarbij stoort is dat Fortis ASR voorbij gaat aan jurisprudentie en haar insinuerende opvattingen en stellingen niet motiveert.

Professioneel gesproken voldoet Fortis ASR (ook in deze zaak) niet aan de eisen die gelden in de letselschaderegeling. Standpunten of verweren dienen gebaseerd te zijn op jurisprudentie en leerstukken in het schadevergoedingsrecht. Helaas door dit na te laten worden slachtoffers voor de tweede keer slachtoffer of is het beleid?

Mijn advies: doorgaan en spreekt u rechtstreeks de persoon aan die uw zaak bij Fortis ASR behandelt.

Johannes de Bruin
Direkteur Letselschadebureau Haaglanden BV