Author Topic: Keuring door neurologen en orthopaeden? Of toch maar een revalidatiearts?  (Read 593 times)

0 Members and 1 Guest are viewing this topic.

Jan

  • Algemene moderator
  • Senior
  • *****
  • Posts: 472

Medisch adviseurs van Verzekeraars wijzen sinds de jaren 70 whiplash gerelateerde klachten zoals hoofdpijn, vergeetachtigheid, energieverlies concentratieverlies, oververmoeidheid en/of rugklachten af wanneer er geen structureel (=objectief) letsel is. De hogere rechtspraak (bekend bij ClaimZorg) maakt hier evenwel korte metten mee en stelt een aantal criteria op waarlangs het causaal verband tussen ongeval en letsel(schade) moet worden beoordeeld.

Aan de vigerende rechtspraak van de Gerechtshoven en de Hoge Raad hebben de medisch adviseurs van Verzekeraars geen boodschap: men is immers arts en geen jurist. Hier ontstaat dus een gapend gat in onderzoek en waardering van de pijnklachten van een slachtoffer.

Standaard volgen dossierbehandelaars van Verzekeraars dus de visie van hun medisch adviseurs hoewel de hogere rechtspraak aangeeft hoe het pad van medisch naar juridisch causaal verband bewandeld dient te worden.

Zie Hof ’s-Hertogenbosch, 11 september 2012,

“Een medisch adviseur is een hulppersoon die zich dient te beperken tot het samenvatten van medische rapporten + beantwoorden van de gestelde vragen door de dossierbehandelaar en daarbij zijn (subjectieve) visie achterwege te laten. De dossierbehandelaar dient de discussie over de causaliteit dient te voeren in plaats van het doorzenden van de adviezen van zijn medisch adviseur en daarmede dus een postbusfunctie vervult”.

Keurend neurologen en orthopeden kennen geen waarde toe aan pijnklachten als er geen structureel (objectief) letsel zichtbaar is omdat hun Beroeps Protocollen dit voorschrijven. Het gebruik van subjectieve klachtenscores (Quickdash, PDQ, etc) wordt afgeraden voor deze beroepsgroep omdat de Nederlandse Orthopeden Vereniging (NOV) en de Nederlands Vereniging van Neurologen (NVvN) van mening zijn dat de beoordeling van de medische klachten moet berusten op objectieve gegevens en niet op subjectieve (pijn) klachten. Hiermee wordt duidelijk dat slachtoffers van letselschade bij keuringen (medische expertises) ernstig tekort wordt gedaan.

Deze inzichten van neurologen en orthopeden wordt graag verder opgepakt door de medisch adviseurs van Verzekeraars die aan de betreffende dossierbehandelaar instructies doorstuurt die dan met verwijzing naar de inzichten van zijn medisch adviseur de schadeclaim afwijst.

Een positieve tendens is echter waarneembaar in de rechtspraak nu de rechtelijke macht aangeeft dat er breder naar de situatie van het slachtoffer moet worden gekeken en oordeelt dat ten aanzien van chronische pijnklachten in relatie tot het algemeen dagelijks functioneren (activiteiten en participatie) het wenselijk is dat er ook een medische expertise plaats heeft door een revalidatiearts of anesthesioloog na een neurologische- en eventueel een neuropsychologische expertise.

Vanuit het medisch revalidatiegeneeskundig perspectief wordt onderzocht of er sprake is van een consistent chronisch pijnsyndroom. Deze wordt volgens de Werkgroep Pijnrevalidatie Nederland (WPN) ingevolge de wetenschappelijke Beroepsorganisatie van Revalidatieartsen (VRA) geclassificeerd in 4 categorieën (1 t/m 4). Het onderzoeksterrein dat keurend neurologen en orthopeden als het gaat om waarderen van chronische pijnklachten bewust (!) vide haar Protocollen laten vallen wordt dus met dank aan de rechter door medici van een andere discipline (revalidatieartsen en/of anesthesiologen) genuanceerd weer ingevuld.

Wederom vanwege het vermeend ontbreken van structureel letsel oordeelt menig keurend neuroloog bij subjectief letsel dat ten aanzien van gemelde pijnklachten en diverse cognitieve stoornissen er op basis van de voor hen geldende keuringsprotocollen geen causaal verband is met het bewuste ongeval en aan de genoemde beperkingen geen waarde wordt toegekend zodat nader onderzoek door een (goede) neuropsycholoog niet nodig is. Hier begeeft de neuroloog  zich buiten zijn terrein. Het vaststellen van stoornissen in het cognitief functioneren, zoals aandacht en concentratie, leervermogen, geheugen, taalexpressie en taalbegrip, visueel-ruimtelijke functies en vaardigheden, sociale cognitie en executief functioneren is bij uitstek het terrein van de klinisch neuropsycholoog die een eigen en zelfstandig keuringsprotocol heeft en zeker niet zoals medisch adviseurs van Verzekeraars betogen een hulponderzoek is voor de neuroloog!

Het verdient in dit verband aanbeveling om niet een neuroloog te verzoeken dit onderzoek uit te voeren maar de klinisch neuropsycholoog als een zelfstandige entiteit te benoemen zo nodig na een neurologische expertise. Daarnaast kan aan de klinisch neuropsycholoog gevraagd worden uitspraken te doen over het emotioneel functioneren, stoornissen en vermoeidheidsklachten in het gedrag en de betrouwbaarheid van de verkregen informatie. De conclusie is dan ook dat het slachtoffer er een gerechtvaardigd belang bij heeft om een op zelf staand NPO niet over te laten aan het oordeel van een keurend neuroloog nu dit buiten zijn vakgebied valt.

Aanbevelingswaardig is voorts het artikel van mr. Roijackers in Letsel & Schade 2020 nr. 1 waar de ICF-richtlijn wordt besproken die in 2001 is vastgesteld door de World Health Organization (WHO). ICF staat voor ‘International Classification of Functioning, Disability and Health. Duidelijk wordt dat er veel ruimer naar het begrip arbeidsongeschiktheid moet worden gekeken en niet op de beperkte wijze zoals medisch adviseurs van Verzekeraars dat doen. Dat de rechterlijke macht hier inmiddels ook (stapsgewijs) naar toe werkt moge uit de praktijk blijken nu zij medische expertise door revalidatieartsen of anesthesiologen beveelt in kwesties waar de keurend neurologen en orthopeden het (protocollair) met opzet laten afweten.

Nu de kwaliteit van keuringsrapport afkomstig van neurologen en orthopeden bij medische expertises ter discussie mag worden gesteld kan men zich afvragen of een getroffene van letselschade daar wel naar toe moet voor een medische keuring. Pijnklachten maken onderdeel uit van het menselijk leven en dit ad libitum door een zeer goed verdienende beroepsgroep bewust negeren doet grote twijfels ontstaan over de waarde van de beroepseed die men ooit als arts heeft afgelegd. Dat Verzekeraars garen spinnen met de instelling en insteek van deze beroepsgroep – en daarvoor fors worden betaald – behoeft geen nader betoog.

Overigens zijn er gelukkig ook medisch specialisten die al die Protocollen en Richtlijnen als zeer onaangenaam en ongewenst beschouwen. Men is jarenlang stevig en uitstekend opgeleid tot doctor en er is geen behoefte aan Protocollen van een stel bureauschrijvers en vergadertijgers zijdens de Overheid die voorschrijven hoe zijn hun vak moeten uitoefenen.

Johannes de Bruin

ClaimZorg Letselschade

debruin@claimzorg.nl