Author Topic: EUR 19.000 wordt na tussenkomst Letselschade Haaglanden EUR 367.214,25  (Read 5355 times)

0 Members and 1 Guest are viewing this topic.

Jan

  • Algemene moderator
  • Senior
  • *****
  • Posts: 472
Klaverblad Verzekeringen
Postbus 3012
2700 KV Zoetermeer
T.a.v. de heer mr. J.P.P. Barth, Directeur

Den Haag, 8 maart 2011
Ons kenmerk: FH RB 050423/1114PS
Uw kenmerk: 05005083/LS/HHE

Geachte heer Barth,

Ter zake het ongeval d.d. 23 april 2005 behartigt Letselschade Haaglanden sinds14 augustus 2007 de belangen van de heer (..).

Cliënt had een Schadeverzekering voor Inzittenden (SVI) bij uw Maatschappij afgesloten onder polisnummer 41344692.

Cliënt raakte op voornoemde datum betrokken bij een verkeersongeval met een medeweggebruiker. Als gevolg van het ongeval liep cliënt letsel op waaronder een hersenkneuzing (contusio cerebri) en een aantal kleine hersenbloedingen. In verband met het ongevalsgerelateerde letsel is cliënt 24 dagen opgenomen geweest in het ziekenhuis waar hij aanvankelijk in een kunstmatige coma is gehouden.

Na ontslag uit het ziekenhuis volgde een lang revalidatietraject.

Als gevolg van het onderhavig ongeval liep cliënt een uitgebreid scala aan klachten en beperkingen op. Er was als gevolg van de hersenkneuzing onder meer sprake van geheugenproblemen, concentratieproblemen, woordvindingsproblemen en hoofdpijn. Deze ongevalsgerelateerde klachten beperkten cliënt in zijn dagelijks leven maar vooral ook op het gebied van zijn werkzaamheden als zelfstandig stoffeerder.

Cliënt sprak op basis van de SVI verzekering uw Maatschappij aan voor vergoeding van de door hem geleden materiële en immateriële schade. Tevens werd op basis van een eveneens bij uw Maatschappij afgesloten AOV-verzekering arbeidsdeskundige begeleiding ingeschakeld.

Daar door uw Maatschappij verzuimd was cliënt te wijzen op de mogelijkheid om een belangenbehartiger in te schakelen werd de behandeling van de schadezaak aanvankelijk ter hand genomen door de heer (..)namens uw Maatschappij.

Cliënt had via Winterthur een gezinsongevallenverzekering afgesloten. Op basis van deze verzekering werd in 2007 een neurologische expertise alsmede een neuropsychologische expertise uitgevoerd teneinde de gevolgen van het onderhavig ongeval voor cliënt in kaart te brengen.

De conclusies van het expertiseonderzoek werden op 31 augustus 2007 met cliënt besproken. Dit gegeven was al bij uw Maatschappij bekend. Dit blijkt onomstotelijk uit de mededeling in de bezoekrapportage van uw schaderegelaar de heer (..)naar aanleiding van het gesprek met cliënt op 2 augustus 2007.

Voornoemd onderhoud op 2 augustus 2007 vond plaats zonder dat cliënt werd bijgestaan door een belangenbehartiger dan wel familielid. Tijdens dit onderhoud werd door cliënt aangegeven aan de heer (..)dat hij er van uit ging dat hij verzekerde was van Klaverblad en dat in die relatie geen advocaat zou worden vergoed (Zie paragraaf 12 bezoekrapportage).

Conform de polisvoorwaarden van de door cliënt afgesloten SVI-verzekering bestond er echter wel degelijk recht op bijstand door een eigen belangenbehartiger. Uw schaderegelaar liet deze misvatting bij cliënt bestaan. Hierdoor bleef de ongelijke verhouding tussen uw Maatschappij en cliënt vooralsnog voort bestaan.

Ook door uw dossierbehandelaar, de heer (..), werd per brief van 24 augustus 2007 het recht op bijstand voor cliënt ontkend. Volgens de heer (..)zou op basis van de polisvoorwaarden geen recht op vergoeding van buitengerechtelijke kosten van rechtsbijstand bestaan.

Middels een schrijven van 12 november 2007 van mijn kantoorgenoot de heer J. de Bruin werd uw Maatschappij gewezen op haar onjuiste standpunt inzake de buitengerechtelijke kosten. Op basis van jurisprudentie en de polisvoorwaarden dienden de buitengerechtelijke kosten wel degelijk vergoed te worden. Van voornoemd schrijven treft u bijgaand een afschrift aan. Zoals bekend volgde u uiteindelijk de inzichten van mijn kantoorgenoot De Bruin.

Alhoewel uw Maatschappij bekend was, dan wel bekend had dienen te zijn met de ongevalsgerelateerde klachten van cliënt en de daarmee gepaard gaande beperkingen, werd tijdens het onderhoud met cliënt op 2 augustus 2007 aan hem een afwikkelingsvoorstel voorgelegd. Nu cliënt echter geheugenproblemen en concentratieproblemen ondervindt als gevolg van het onderhavig ongeval kon hij niet zelfstandig een dergelijke beslissing nemen.

Voorts was de uitslag van de medische expertise nog niet voorhanden zodat het voor cliënt, maar ook voor uw Maatschappij, niet mogelijk was om een weloverwogen beslissing te nemen. Gezien de aanwezige expertise aan de zijde van uw Maatschappij (die bij cliënt geheel ontbreekt) had het op uw weg gelegen om cliënt er op te wijzen dat de tijd voor afwikkeling nog niet gekomen was.

Uw schaderegelaar de heer (..)kwam in zijn rapportage echter tot de conclusie dat het buiten twijfel stond dat er ernstig letsel is opgetreden dat in de woorden van uw schaderegelaar “goed zou zijn hersteld maar restverschijnselen manifesteerde”. Er zou naar de inschatting van uw schaderegelaar sprake zijn van enkele procenten blijvende invaliditeit.

Hoe uw schaderegelaar tot een dergelijke conclusie denkt te kunnen komen is echter geheel onduidelijk. Voor zover na te gaan is hij geen medicus en van adviezen van de medisch adviseur van Klaverblad waaruit het gemelde herstel zou blijken waren niet beschikbaar. Nu bovendien op het moment van de mededeling van uw schaderegelaar de expertises nog niet waren afgerond waren is overduidelijk dat de mededeling prematuur was.

Namens uw Maatschappij werd een aanbod gedaan om de schadezaak van cliënt af te wikkelen middels een slotuitkering van € 15.000,00 bovenop de reeds verstrekte voorschotten van € 4.000,00 derhalve een totale schadevergoeding van € 19.000,00. U stuurde een daartoe strekkende vaststellingsovereenkomst ter ondertekening toe.

Van de door uw Maatschappij per 8 augustus 2007 aan cliënt toegezonden vaststellingsovereenkomst treft u in bijlage een afschrift aan.

Uit de expertise kwam naar voren dat cliënt als gevolg van de ongevalsgerelateerde hersenkneuzing blijvende cognitieve beperkingen heeft opgelopen die door de onafhankelijk specialist conform de AMA-guide gewaardeerd worden met een blijvend invaliditeitspercentage van 10% van de gehele persoon.

De ongevalsgerelateerde beperkingen spelen cliënt parten in zijn dagelijks leven en loonvormende werkzaamheden.

Op stevig aandringen van het inmiddels door client ingeschakelde Letselschade Haaglanden werd Heling & Partners ingeschakeld om een arbeidsdeskundig en bedrijfseconomisch onderzoek uit te voeren. Doel van dit onderzoek was het in kaart brengen van de schade van cliënt in zijn algemeen dagelijks leven en voor zijn loonvormende werkzaamheden als zelfstandig stoffeerder. Daarna werd een actuariële berekening vervaardigd.

Naar aanleiding van het onderzoek door Heling & Partners werd in overleg met de nieuwe dossierbehandelaar van uw Maatschappij uiteindelijk door Letselschade Haaglanden een definitieve schadevergoeding voor cliënt overeengekomen van € 367.214,25.

Dit is € 348.214,25 meer dan het aanbod zoals gedaan namens uw Maatschappij. Op 2 maart 2010 ondertekende cliënt de nieuwe vaststellingsovereenkomst.

Na uitgebreid onderzoek aangaande de gevolgen van het onderhavig ongeval voor cliënt, zoals dat geëntameerd werd door Letselschade Haaglanden, werd binnen 25 maanden na het door uw Maatschappij aan cliënt voorgelegde afwikkelingsvoorstel de schade van cliënt geheel in kaart gebracht.

Door de handelswijze van uw schaderegelaar, de heer (..), wordt naar mijn inzichten de goede naam van het schadeverzekeringsbedrijf geschaad.

Gezien de bij uw Maatschappij aanwezige expertise en het gegeven dat er spoedig na het gesprek met cliënt een medisch expertiserapport voorhanden zou zijn had een afwikkelingsaanbod in dat stadium achterwege dienen te blijven.

De gevolgen van het onderhavig ongeval en de mogelijk aanwezige schade van cliënt waren in dat stadium absoluut nog niet in te schatten.

Het medisch dossier was nog niet compleet en ook een nader onderzoek naar het verlies van arbeidsvermogen van cliënt was nog niet door uw Maatschappij uitgevoerd.

Het had op de weg van uw Maatschappij gelegen om cliënt hierover correct en duidelijk voor te lichten.

Cliënt had echter op basis van het geheel ontbreken van de benodigde expertise aan zijn zijde alsmede de onvoldoende voorlichting door uw Maatschappij een compleet verkeerd beeld van zijn medische situatie en de mogelijke financiële gevolgen daarvan.

Ook is het cliënt niet goed duidelijk gemaakt dat hij bij ondertekening van de vaststellingsovereenkomst in beginsel zijn schadezaak definitief afsluit.

Bovendien had cliënt (indien hij de door u toegezonden vaststellingsovereenkomst voor een bedrag van € 19.000,00 wél getekend had) gezien de werkwijze van uw Maatschappij in rechte een beroep kunnen doen op ontbinding van de vaststellingsovereenkomst op grond van dwaling en misbruik van omstandigheden.

Uw Maatschappij heeft door het niet wachten op het expertiserapport op onzorgvuldige wijze medische informatie ingewonnen (zie Rechtbank Maastricht, 16 juli 2000; rolnummer 45275/1999; PIV Bulletin 2001,6). Dit rechtvaardigt een beroep op dwaling en misbruik van omstandigheden.

Ter illustratie van uw werkwijze treft u bijgaand een afschrift aan van de brief d.d. 28 maart 2010 van de echtgenote van cliënt.

Gezien het enorme financiële verschil in het aanbod van uw Maatschappij en het uiteindelijke resultaat is duidelijk dat uw Maatschappij gepoogd heeft cliënt met een spreekwoordelijk kluitje het riet in te sturen.

Namens cliënt wordt dan ook een klacht ingediend over de handelswijze van uw Maatschappij voorafgaand aan inschakeling van Letselschade Haaglanden. De gronden van de klacht zijn uitgebreid in dit schrijven weergegeven.

Vermelding dient wel dat cliënt en ondergetekende geen klachten hebben over de behandeling van de schadezaak door de opvolgende dossierbehandelaar. Deze heeft zich in de verdere behandeling van de complexe schadezaak van cliënt een waardige vertegenwoordiger van uw Maatschappij getoond.

De handelswijze van uw schaderegelaar, de heer (..), alsmede de vorige dossierbehandelaar, de heer (..), heeft naar mijn inzichten bovendien uw Maatschappij schade toegebracht op het gebied van de goede naam op het Schadeverzekeringsbedrijf.

Uw reactie wacht ik met belangstelling af.

Hoogachtend,

Mr. F. Hertog
Adjunct-directeur Letselschade Haaglanden
Tel: 070-3922716

Naschrift:
De Directie van Klaverblad heeft schriftelijk volmondig de grieven van Letselschade Haaglanden erkend en daarvoor excuses aangeboden. Voorts werd aangegeven dat de rol van een belangenbehartiger een zeer belangrijke blijft in het proces van schadevaststellen.