letselschadeforum

Letselschade => Medische aansprakelijkheid => Topic started by: Jan on 6 September 2011, 15:40:35

Title: Medirisk: de aanhouder wint
Post by: Jan on 6 September 2011, 15:40:35
 
Medirisk
Postbus 8409
3503 RK Utrecht                                                                                                                                             

Den Haag,    6 september 2011         
Ons kenmerk: JB MA 060917/1056
Uw kenmerk:  ELA-2007-900442
               


Geachte heer (..),

Ik ontving uw brief van 1 september 2011.

Ten aanzien van het wettelijke rente aspect met betrekking tot de declaraties doet het mij deugd dat u mijn kennis van de jurisprudentie toetst door zelf te stellen dat wettelijke rente over declaraties slechts door cliënt gevorderd kan worden indien hij aantoont dat hij daadwerkelijk betalingen heeft verricht.

Ik moge verwijzen naar:
-   Hof A'dam 23 sept. 1999, rolnr. 1233/97 (Letsel en Schade 2000 nr. 1)

Het Hof Amsterdam oordeelt dat de wettelijke rente over de buitengerechtelijke kosten gaat lopen vanaf het moment waarop de declaraties opeisbaar zijn geworden. Daarvoor is niet relevant of de declaraties al dan niet zijn betaald.

Niet alleen over de declaraties is de wettelijke rente verschuldigd maar voorts over de geleden materiële schade en daarnaast ook over het volledige smartengeld vanaf ingangsdatum van het onderhavig medisch voorval.

U komt er in en buiten rechte niet mee weg door jarenlang deze zaak af te houden om dan vervolgens de wettelijke rente af te wijzen. Daarvoor, indien uw betoog moet worden gevolgd, is een wetswijziging nodig van artikel 6: 119 BW.

Overigens, maar dit terzijde, is uw zinsnede: pas op dat moment leidt hij schade, taalkundig niet juist’ .

Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat u vergeetachtig bent. In het verleden heb ik uitvoerig en gemotiveerd aangegeven waarom ik weigerde in te gaan op uw bedenkelijke sturende vraagstellingen ten aanzien van de te entameren medische expertise, de bevriende arts van uw medisch adviseur waar mijn cliënt naar toe moet en bovendien, gelet op het gegeven dat cliënt een volledige been mist, de uithoek in Nederland waar cliënt naartoe zou moeten gaan.

Omwille van een zorgvuldige en transparante behandeling van deze zaak waarbij partijen over en weer hun visie en opvattingen kunnen geven is derhalve door mij gekozen voor de weg naar de rechter in het kader van een voorlopig deskundigenbericht. De kosten hiervan heb ik, zoals in meerdere zaken tegen Medirisk, uit eigen middelen voorgeschoten/betaald.

De uitslag van het voorlopig deskundigenonderzoek kent u en het doet mij deugd dat u de bevindingen van de deskundige, te weten Prof. Dr. Van Vught overneemt. Ik beschouw dit als een beloning voor mijn inspanningen en volharding edoch verwacht van u geen complimenten.

Recent heb ik een huisbezoek gebracht aan cliënt en ben erg geschrokken van de gevolgen van het volledig geamputeerd zijn van zijn been tot in de heupkom. Indien er op 17 september 2006 lege artis was gehandeld had cliënt met een onderbeenprothese, vanaf onderaan de knie, lopend door het leven gekund, niettegenstaande enige verlammingsverschijnselen ter rechter zijde waarmede cliënt goed mee kon omgaan in de ADL-sfeer: hij voetbalde zelfs! Nu gaat cliënt volledig rolstoelgebonden door het leven door middel van een sportrolstoel thuis naast een 180 kilo wegende brede elektrische rolstoel die nauwelijks in het appartement van cliënt past en ook niet in een auto past. Het is geen gezicht dat zijn echtgenote hem in de auto moet tillen/duwen.

Ik zal binnenkort mijn bezoekrapport opmaken en kondig op voorhand aan dat er sprake is van forse immateriële schade (het ongeval heeft een forse kwalitatieve inbreuk op cliënt en zijn echtgenote en kinderen veroorzaakt) en kosten in de sfeer van voorzieningen die niet van Overheidswege worden vergoed. Er zijn voorzieningen aangevraagd, maar de gehele administratie incluis afwijzingsbeschik-kingen heeft cliënt uit boosheid wat hem is aangedaan vernietigd. Ik vrees dat alles opnieuw moet worden aangevraagd en bij weigering zal tezamen met mijn medisch adviseur worden bekeken of en in hoeverre de aansprakelijke partij hiervoor moet worden aangesproken.

Cliënt voelt zich door de medische sector (uw verzekerde), de afwijzende Overheid, het verdriet dat hij heeft om geen man meer te kunnen zijn voor vrouw en zijn kinderen, ernstig beschadigd en geestelijk geknakt. Ik overleg nog met mijn medisch adviseur of het wenselijk is om een psychiatrische expertise te laten plaats vinden.

Gelukkig heeft cliënt een aangepaste functie kregen bij de Sociale Werkplaats en lijkt er vooralsnog geen sprake te zijn van verlies van arbeidsvermogen (maar dit onder voorbehoud).

U vraagt om een incasso volmacht. Ik verwijs u naar bijgaand mede door cliënt ondertekend Letselschadecertificaat dat artikelsgewijs de dienstverlening tussen cliënt en Letselschade Haaglanden weergeeft. In het bijzonder vestig ik uw aandacht op artikel 15 + artikel 16.

Ik zie thans de betaling van € 17.027,86 gesuppleerd met de wettelijke rente van u tegemoet waarna het door u aangekondigde Bureau Kremer met mij in contact kan treden.




Hoogachtend,

Johannes de Bruin,
Directeur Letselschade Haaglanden